De dressuursport komt al jaren regelmatig negatief in het nieuws. Beelden van paarden met blauwe tongen of verkrampte kaken doen de ronde, vaak gevolgd door harde oordelen over het bitgebruik in de sport. Als Bitfitter en oprichtster van de ICPBC een educatie in bit- en bridlefitting en als paardenliefhebber en eigenaar kijk ik met professionele én bezorgde ogen naar deze ontwikkeling. Niet bezorgd omdat ik straks geen werk zou hebben als mensen bitloos moéten rijden, nee want ik kan ook prima bitloze hoofdstellen aanmeten. Bezorgd omdat waar emoties hoog oplopen de inhoud vaak zoek raakt en er al snel twee kampen ontstaan en er zwart- wit wordt gecommuniceerd waardoor eigenlijk niemand meer naar het grijs wil kijken.
In dit artikel/blog wil ik stilstaan bij de oorzaken van tongproblemen, de rol die een bit daarin speelt, en vooral: hoe het anders kan. Ik ben vóór bitgebruik als communicatie middel en ik deel niet de mening dat afschaffing van bitten de oplossing is voor het probleem wat we zien. Ik ben wél van mening dat de open monden en blauwe tongen een probleem zijn, een groot probleem en dat we verandering moeten laten zien als paardenwereld.
De beelden kunnen echt niet: paarden met blauwe tongen, opengesperde monden, en strakke hoofdhoudingen in de dressuursport, die juist bedoeld is om harmonie tussen mens en paard uit te dragen. Zo wordt het bit symbool van dwang. De publieke opinie is hard. En eerlijk is eerlijk: veel beelden doen pijn aan de ogen en ja er moet verandering komen. Laten we afstappen van de 'moment opname' en onszelf zetten als superieur boven de onwetende niet-paardenmensen die ons paardenmensen gewoon niet begrijpen. Zoals vaak gaat in verhitte debatten, dreigt de nuance verloren te gaan. We gaan de ander niet laten begrijpen wat we doen zonder educatie te geven. Ook gaan we zelf niet veranderen als we denken alles al te weten en perfect te doen, terwijl er wel degelijk een probleem is.
Zoals de meesten weten laat ik mij niet vaak horen op internet en social media omdat ik niet zo graag in de belangstelling sta, maar als docent en oprichtster van de ICPBC kan ik uiteraard niet ook mijn hoofd in het zand steken.
Heeft de pasvorm van het bit een rol in de blauwe tong? Jazeker waar het ene bit wel een blauwe tong geeft doet het andere bit dat niet. Een goede fit is het beginpunt in het creëren van een goede aanleuning. Een blauwe tong komt niet per definitie door het bit zelf, maar het speelt er wel een rol in. De tong is een spier, sterk doorbloed, en gevoelig voor druk en beknelling. Wat we vaak zien in de praktijk is een combinatie van factoren die leidt tot een blauwe tong.
Laten we beginnen met de obvious: de neusriem. Wanneer de neusriem strak is aangesnoerd dan krijgt de tong minder ruimte om te bewegen en of uit te wijken. Tenslotte is het verminderen van de druk van het bit op de tong één van de redenen voor het paard om de mond te openen (Let op; ik zeg expliciet één van de redenen, want er zijn ook redenen die niks met het bit te maken hebben). Combineer je deze strakke neusriem met een bit dat niet goed past, een hand die (onbewust) teveel wil controleren, en een paard dat geen uitweg ervaart, en de optelsom is helder. Een blauwe tong is dan het symptoom. Een symptoom dat schreeuwt hier klopt iets niet. We vinden als paardensporter dit wellicht lastig om te horen omdat we hard trainen en ons best doen en denken alles goed te doen maar de oplossing zit hem in de verschillende oorzaken wegnemen.
Luistert de paardenwereld naar de publieke opinie, zeker wel, maar net als alles in de maatschappij heb je te maken met de tijd die nodig is voor veranderingen. Eindelijk is er een duidelijk meetinstrument voor het meten en voorkomen van een te strakke neusriem. En dat is wat mij betreft een mooie stap, niet alleen binnen de paardensector, maar vooral richting de buitenwereld. We moeten transparantie willen. We moeten laten zien dat we bereid zijn te veranderen, te luisteren, te verbeteren. Heel simpel te strak is te strak.
Eindelijk een duidelijk meetinstrument voor het meten en voorkomen van een te strakke neusriem is een goede stap van de paardenwereld naar de buitenwereld.
Verder met het symptoom de blauwe tong. De vraag is altijd bij elk symptoom wat is de daadwerkelijke of de grootste oorzaak? Als ik dan kijk naar het bit is dit dan de grootste oorzaak of juist een kans tot verandering? Wat ik zie als Bitfitter is dat het zoals gezegd het een combinatie van factoren is, maar wat ik het meeste zie bij blauwe tongen en open monden is dat het lichaam als geheel uit balans is. Als ik het netjes zeg denk ik dat we iets teveel zijn doorgeslagen om paarden op de grens van hun motorische eindgrenzen te rijden.
Wat is een motorische eindgrens?
Een motorische eindgrens is het punt waarop het lichaam van het paard qua kracht, coördinatie, stabiliteit en of lenigheid niet langer in staat is om een bepaalde houding of beweging op gezonde wijze vol te houden. Het paard kan dan nog net de oefening uitvoeren, maar vaak ten koste van ontspanning, ademhaling, balans of compensatie elders in het lijf. Dat laatste is cruciaal. Want wanneer het lichaam structureel over zijn kunnen gaat, zoekt het naar uitwegen. En die uitwegen zien we terug in de aanleuning: open monden, klemmen van de kaak, blauwe tongen, gekantelde hoofd-halsposities.
Het probleem is dat deze grens bij elk paard anders ligt. En dat de grens bovendien verschuift naargelang training, leeftijd, mentale toestand, fysieke gesteldheid of herstel van belasting. Wat voor het ene paard ‘gemakkelijk’ is, is voor het andere paard simpelweg niet haalbaar zonder spanning. En spanning, die vertaalt zich uiteindelijk zeker naar de mond!
Neem hierbij de fok van paarden die afgelopen decennia drastisch veranderd is en je komt uit bij een probleem wat we met zijn allen hebben gecreëerd. Het is in de biomechanica algemeen bekend dat mobiliteit altijd ten koste gaat van stabiliteit. Dus als je paarden fokt die leniger zijn dan ooit, dan is een logisch gevolg dat ze ergens stabiliteit gaan zoeken, vooral als je kracht oefeningen vraagt. Waar vind je stabiliteit als paard? --> Vaak op het bit, door te hangen op de hand van de ruiter, door met je tong tegen het bit aan te drukken. Vooral in de oefeningen waar de balans nog ver te zoeken is en we spectaculaire bewegingen vragen, die de motorische eindgrenzen bij deze al overlenige paarden tarten kun je vaak als paard niet anders dan tegendruk geven op het bit. Kun je hier als ruiter iets mee? Zeker wel maar stabiliteit en kracht kost tijd, tijd die kostbaar is. Ook zijn we geneigd net als met alles, als maar meer meer meer te willen. Lukt een oefening goed genoeg dan moet het toch meer en beter om nóg spectaculairder te kunnen. Waarom niet een tijd de oefening zo laten als die is en dus met een gesloten mond en kloppende aanleuning rond te rijden?
Zou dit bitloos dan anders zijn? Nee op het moment dat een paard niet in balans is zal het paard bij een bitloze optoming ook steun zoeken op het hoofdstel en hier dus in gaan hangen wat de fascia op het hoofd en de fascialijnen door het lichaam net zo goed negatief kan beïnvloeden. De 'oplossing' de bitten afschaffen is een zwart-wit oplossing voor een grijs probleem. Het is een oversimplificatie van de oplossing van het symptoom. Bovendien de personen die wel een bit bewust gebruiken als dwang middel en paardenwelzijn wellicht niet zo'n warm hart toe dragen, die zullen ook met bitloos schade maken. Juist die mensen moet je educatie geven.
Als we kijken naar de oorzaken kan het bit zowel een probleem als een kans zijn. Als Bitfitter weet ik wat een goed passend bit, in de juiste handen kan betekenen voor het paard. Een goed passend bit met een niet controlerende ruiter communiceert. Het kan juist bijdragen aan loslaten in de bovenlijn. Bij een correcte afstelling helpt het zelfs bij balans, richting en takt. Zo. kun je weer komen bij dat waar de dressuur voor bedoeld is: de harmonie.
Maar het bit is nooit een op zichzelf staand hulpmiddel. Het werkt samen met de hand, het hoofdstel, de pasvorm van het zadel, de fysieke gesteldheid van het paard én het niveau van de ruiter. Bitfitting is dus niet simpelweg ‘een ander bitje proberen’. Het is systeemdenken, waarbij de mond slechts één schakeltje is in een veel grotere keten van communicatie en vertrouwen.
Ook ik ben onderweg
Ik schrijf dit artikel niet als iemand die het allemaal perfect doet. Er zijn meer ritten waarin mijn paard de mond opent dan die gesloten blijft. Nu heb ik dit paard ook gekregen van een klant vanwege aanleuningsproblemen en ik vind het dan ook super interessant om elke dag weer opnieuw de puzzel trachten te leggen, maar dat maakt ook dat je mij niet in de ring zult zien verschijnen. En ondanks mijn kennis maak ook ik daar fouten in, omdat ik niet goed genoeg reageer op zijn lichamelijke compensaties. We zijn twee levende wezens met een dynamiek die niet elke dag hetzelfde is. Training kost tijd, verandering kost tijd, zelf handiger worden kost tijd en educatie kost tijd. Ik vind dan ook dat we in deze discussie meer ruimte moeten maken voor groei, leren en bijsturen. Zo zie ik mijn werk, dat alles wat ik heb geleerd van de paarden met aanleuningsproblemen weer doorgegeven dient te worden. Mensen willen wel verandering en zijn eerlijker dan je denkt. Dit wil ik dan ook graag uiten naar de activisten
Soms komen ruiters bij mij vol schaamte: 'Ik heb een foto waarop mijn paard zijn mond open heeft… Wat doe ik verkeerd?' En ja, dat is een goede vraag. Maar mijn antwoord is zelden: Een ander bit is de volledige oplossing, vaker is het laten we kijken naar het geheel." De hoofd-hals houding, de hand, de spanning in het lijf, de blokkades in het lichaam, de opleiding van ruiter én paard. De aanleuning is mijn richtlijn, als de oefening lichamelijk klopt en de balans is oké, dan is de mond gesloten. Iedereen kan leren voelen, finetunen, luisteren. Als we dat kunnen erkennen, zonder vingerwijzen, dan maken we ruimte voor echte verbetering.
Het bit is een communicatiemiddel, geen dwangmiddel! Toch zal niemand ontkennen dat een bit of hoofdstel als dwangmiddel kan worden gebruikt. Een bit en bitgebruik vraagt om kennis. Hoe kun je inwerken op je bit, welke handhouding doet wat? Hoe werk je nu in op de mond? Weet je dat eigenlijk? Hoe roteer je de cervicale wervel of de gehele romp weer terug en zet je je paard rechtop met een enkele teugelhulp? En hoe kan het eigenlijk dat het bit zo'n mooi communicatie middel kan zijn (spoiler allert door alle connecties met het tongbeen naar het gehele lichaam) Blokkeer ik nu juist correct lichaamsgebruik met mijn teugelhulp of promoot ik het? Je zult zien als je je bezig houdt met de kust die paardrijden uiteindelijk is dat blauwe tongen meer tot het verleden gaan behoren omdat je weet en voelt waar de grens ligt van je paard en je daar dan onder kunt blijven. Ik kan nog uren doorgaan, maar ik moet zo weer naar een fitting en het één en ander voorbereiden voor de trainingsdagen (zie website) waarin alles in het teken staat van aanleuning en biomechanica.
Conclusie: De verontwaardiging over extreme druk en pijnsignalen is terecht. Maar laten we opletten dat we niet alle bitgebruikers over één kam scheren. Bitloos is niet per definitie beter en met bit is niet per definitie fout. Wat telt is hoe, waarom, en met welke intentie.
Laten we beginnen met kijken naar de hele context: De training, de fysieke gesteldheid, de houding, de fokkerij, het bewegingspatroon van het paard en de beoordeling op wedstrijden. Laten we naar buiten zien dat we bezig zijn met bewustzijn, vakkennis en samenwerking. Communiceer eerlijk vanuit betrokkenheid. Laten we blijven zoeken naar wat het paard ons vertelt en leren om beter te luisteren. Want elke tong die zich ontspant, elk paard dat met vertrouwen nageeft, is winst. Niet alleen voor de sport, maar voor het paard zelf.
Write a comment
Jules Jansen (Friday, 25 April 2025 11:28)
Hi Natasha,
Goed stuk en volkomen terecht wat je schrijft. Maar ik denk dat het grootste probleem is dat de meeste ruiters het gevolg zien(tong e.d) in plaats van zich te realiseren dat dit het gevolg is van de training. Alle tong , mond,hoofd problemen komen voort uit lichamelijke oorzaken, vaak een door een training waarbij geen of te weinig gekeken wordt naar het verantwoorde lichaamsgebruik van het paard of het te snel willen presteren.
groeten Jules